Prut

“Eigenlijk moet je proberen die vervelende bijwerkingen te voorkomen…” Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe weet ik nu van tevoren dat ik misselijk word zodat ik op tijd een pilletje kan nemen? Hoeveel laxeermiddel neem je in als je last hebt van obstipatie? Of hoe kan ik voorkomen dat ik ziek word na inspanning als mijn lichaam niet aangeeft dat het genoeg is? Dan ga ik door totdat ik er zelf genoeg van heb.

Wat ik wel geleerd heb in de tussentijd is dat ik voor mijn rust beter in mijn saaie slaapkamer in bed kan gaan zitten. Zodat ik niet de neiging heb om ‘even’ de plantjes water te geven én de plastic bakjes af te wassen én de kookplaat schoon te maken en al die andere dingen te doen die ik zie als ik op de bank hang.

Een nacht kotsmisselijk, een paar uur op de Spoedeisende Hulp en een week vloeibaar eten: het was weer een heftige periode. Niet leuk. Helemaal niet leuk. Die vermaledijde chemotherapie ook. Weer overboord gegooid worden, drie dagen ziekenhuis, twee dagen in bed bijkomen en dan maar hopen dat het goed gaat. Dat duurde drie dagen. “Als je niets doet, weet je ook niet hoever je kunt gaan, waar je grenzen liggen”, zeg ik dan. Dus stortte ik me vol enthousiasme op de fysiotherapie, blij dat ik weer iets kon doen. Daarna lekker in het zonnetje 20 minuten staan wachten op de taxi en ’s avonds nog een blokje om met Jacqueline. En geen moment voelde ik dat dit teveel van het goede was. Dat kwam pas de volgende dag en nacht. Ik vond het best om naar het ziekenhuis te gaan, blij dat anderen het even overnamen. Want ik wist het niet meer. Gelukkig viel het allemaal mee. Ik had geen COVID, de bloedwaardes waren goed en ik had (net) geen koorts, dus na een paar uur mocht ik weer naar huis. En toen stak die vervelende schimmelinfectie in mijn mond de kop weer op. Die trok alle energie weg en zorgde ervoor dat ik weer op vloeibaar voedsel aangewezen was. Grmbl.

Het is moeilijk om positief te blijven als tanden poetsen niet gaat, douchen te vermoeiend is en eten niet smaakt omdat je geen zout proeft. Maar het ligt niet in mijn aard om bij de pakken neer te zitten en zo ontdekte ik dat we bij het wijkcentrum hier om de hoek kosteloos een duofiets kunnen reserveren. Dat was snel geregeld en zo zijn we er vrijdag gezellig samen op uit getrokken. Als een kind zo blij dat ik weer buiten was en weer ‘gewoon’ een ijsje kon eten. Dat is voor herhaling vatbaar!

Daarnaast was het zaak om fit te zijn voor ons feest op zondag. We vierden ons 20 jarig samenzijn en voor mij was het voorlopig de laatste kans om nog een keer voluit te gaan op de dansvloer samen met mijn lief. Hoewel ik niet zoveel kon dansen als ik zou willen, heb ik volop genoten van het feest. Het was ontroerend en hartverwarmend om omringd te zijn door zoveel familie en vrienden die ons steunen. Het was een prachtige mentale opkikker!

En nu is het aftellen naar de operatie. De 22e maart (de verjaardag van mijn moeder) gaat het gebeuren… “Als jij nou 11 cm over laat, dan heb ik genoeg ruimte om het kuitbeen naar boven te schuiven…” Zo stond het fantastische team van chirurgen te overleggen over de minutieus geplande ingreep. Ze hebben het vaker gedaan en ze zien het positief in. Dus ik ook.

Tot na de operatie!

Eén reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *